Het Justus van Effencomplex in Spangen is ontworpen door architect Michiel Brinkman. Het baanbrekende woonblok met 264 woningen werd opgeleverd in 1922 en is een mijlpaal in de Nederlandse volkshuisvestingsbouw. Het baanbrekende woonblok met 264 woningen werd opgeleverd in 1922 en is een mijlpaal in de Nederlandse volkshuisvestingsbouw.
Woonstad Rotterdam heeft dit wereldberoemde monument nu in zijn oude glorie hersteld. Tegelijkertijd zijn de woningen aangepast aan de 21e eeuw. Dat wordt benadrukt met de ambities op het gebied van energie en binnenklimaat. Centraal staan een goed casco, met een hoog isolatieniveau, en gebruik van energie uit de zon en uit de bodem. De woningen worden opnieuw voorzien van een collectief verwarmingssysteem, nu met een warmtepompsysteem, gevoed vanuit een warmte-/koudeopslag in een watervoerende laag in de bodem. Het binnenklimaat in de woningen wordt verbeterd door een CO2-gestuurd ventilatiesysteem en vloerkoeling.
Op 8 november 2016 werd bekendgemaakt dat Molenaar & Co architecten, Hebly Theunissen architecten en Michael van Gessel landscapes de prestigieuze World Monuments Fund/ Knoll Modernism Prize 2016 hebben gewonnen. Zij worden bekroond voor de restauratie en renovatie van het wereldberoemde Justus van Effencomplex in Rotterdam-Spangen dat tussen 2010 en 2012 ingrijpend werd gerestaureerd in opdracht van Woonstad Rotterdam. De prijs zal worden uitgereikt door Mr. David, Mr. Cogan en Prof. Barry Bergdoll, voorzitter van de zevenkoppige jury van gerenommeerde specialisten waaronder Prof. Jean Louis Cohen en Prof. Kenneth Frampton. Het Justus van Effencomplex opende in 2012, werd een jaar later bekroond met de Gulden Phoenix Rijksprijs voor Renovatie, en kreeg in 2014 de Roterodamum Restauratieprijs.
In het uitvoeringstraject zijn door W/E adviseurs kwaliteitscontroles uitgevoerd. In een vroege fase verrichtte W/E geluidsisolatiemetingen om na te gaan of met het voorgestelde gevelisolatiemateriaal voldaan kon worden aan de gestelde strenge geluidsisolatie-eis tussen de woningen (5 dB strenger dan de nieuwbouweis). Om vochttechnische redenen is ultralicht cellenbeton als isolatiemateriaal voorgesteld. Geluidtechnisch is dit materiaal ongunstiger dan de voorzetwanden van gipskarton die bij de vorige renovatie in 1980 zijn aangebracht. Er zijn metingen uitgevoerd met de oude voorzetwanden en na vervanging hiervan door ultralicht cellenbeton. De verschillen tussen beide metingen waren minimaal. Hieruit werd afgeleid dat toepassing van ultralicht cellenbeton geen probleem was. Later is om kostentechnische redenen besloten om toch voorzetwanden van gipskarton toe te passen.
Na oplevering bracht W/E de kwaliteit van de gerealiseerde gebouwschil in kaart met behulp van uitgebreide luchtdoorlatendheidsmetingen en een thermografisch onderzoek. De luchtdoorlatendheid bleek hoger te zijn dan de streefwaarde. Middels nader onderzoek, waarbij gebruik werd gemaakt van een rookgenerator, zijn gebreken in de gebouwschil opgespoord. Op basis daarvan zijn verbetervoorstellen zijn gedaan, welke later zijn toegepast.